Wijnland Italië

Intro
Italië is al een paar jaar het land met wereldwijd de grootste wijnproductie. In 2019 produceerden de Italiaanse wijnbouwers 47,5 miljoen hectoliter wijn en dat is 5,4 miljoen hectoliter meer dan Frankrijk, dat vanaf 2015 door Italië van de eerste plaats is verdrongen. Derde is Spanje met 33,5 hectoliter wijn. Volgens een schatting van de Internationale Organisatie van Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) is daar in 2020 weinig verandering in gekomen. Italië is één van de oudste wijnlanden ter wereld. Van oudsher vormen het warme en vochtige mediterrane klimaat en de kalkrijke (en soms vulkanische) bodems een ideale mix voor de wijnbouw. Italië kent dan ook veel bijzondere inheemse druivenrassen (meer dan 2000 soorten), waarvan er veel alleen hier voorkomen, zoals de Nebbiolo, Sangiovese, Albana, Trebbiano, Verdicchio en Vernaccia. Ook veelgebruikt zijn de witte druiven Nascetta, Grillo, Fiano of Verdeca en de blauwe rassen Frappato, Albarossa, Corvina en Teroldego. In totaal zijn er zo'n 400 officieel geregistreerde inheemse druivensoorten, een gevolg van de diversiteit aan bodemsoorten, (micro)klimaten, temperatuurzones en hoogteliggingen.
PERFECTE OMSTANDIGHEDEN
Italië kent perfecte omstandigheden voor de productie van wijn. De zon schijnt er overvloedig en de temperatuur wordt gemitigeerd door de verkoelende wind vanuit de bergen en vanaf de Tyrreense, de Adriatische en de Ionische Zee. Naast deze gunstige klimatologische omstandigheden biedt het schiereiland diverse terreinen waar de wijnproductie prima gedijt, zoals kustlijnen, heuvels en bergen.
De Etrusken verbouwden in het midden van Italië, zo'n acht eeuwen voor Christus, al druiven, twee eeuwen later in het zuiden gevolgd door de Grieken, die het door hen veroverde land zelfs Oenotria (land van de wijnstok) noemden. De Romeinen namen het wijnstokje van de Grieken over en later ontwikkelde elke regio zijn eigen wijncultuur met zijn eigen druivenrassen en vinificatiemethoden.
Grofweg kun je in Italië klimatologisch in drie gebieden verdelen, Noord-, Midden- en zuid-Italië/Eilanden. Het relatief koele klimaat van het noorden zorgt voor wijnen met een hogere zuurgraad met aroma’s van wrang fruit en kruiden (o.a. Prosecco, Soave, Valpolicella, Barolo). De wijnen uit Midden-Italie (relatief warm klimaat) kennen ook een hoge zuurgraad maar hebben juist aroma’s van rijp fruit, leer en klei (o.a. Montepulciano, Chianti, Lambrusco). Het hete klimaat van het Zuiden zorgt voor middel zure wijnen en kennen aroma’s van zoet fruit en leer (o.a. Primitivo, Nero D’Avola, Negroamaro).
Italië kun je verder onderverdelen in 20 specifieke wijnregio's. Van Noord naar Zuid zijn dat: Valle d`Aosta, Piëmonte, Liguria, Lombardia, Trentino-Alto Adige, Friuli, Veneto, Emilia-Romagna, Marche, Toscana, Umbria, Lazio, Abruzzo, Molise, Campania, Puglia, Basilicata en Calabria en de eilanden Sardinië en Sicilië.
De voornaamste wijnregio's zijn Veneto, Le Marche, Toscane, Sicilië en Piëmonte.
Veneto
In het noordoosten ligt Veneto, de grootste Italiaanse wijnregio, met als epicentrum Verona. Dit is de wijnhoofdstad van Italië, waar jaarlijks de wijnbeurs Vinitaly wordt gehouden. Toch maakt kwaliteitswijn hier maar 47% van de totale productie uit. De traditionele stijl is mengwijn, gemaakt van diverse druivenrassen, zoals de Corvina, Rondinella en Molinara. In het rode segment zijn de wijnen uit Valpolicella en Bardolino het bekendst. Uit Valpolicella (boven Verona) komt de mooiste rode wijn: de Amarone, een stevige, complexe wijn met een lichtzoete toets. De meest gekweekte witte druif is de Garganega, uit Soave en Custoza. Naast dessertwijnen (Recioto) is Veneto ook beroemd om zijn populaire bubbelwijn Prosecco, afkomstig uit de streek rond Conegliano en Valdobbiadene.
Le Marche
In het midden van Italië bevindt zich in het vruchtbare heuvellandschap tussen de Apennijnen en de Adriatische Zee de regio Le Marche, met de Verdicchio als autochtone druif. De naam verwijst naar de kleur van de druif: verde is lichtgroen. Het is een frisse, fruitige wijn, met een amandelbittertje in de afdronk. Er zijn twee productiegebieden: rond Jesi en Macerata. Naast de Verdicchio zijn de Pecorino en de Passerina twee regionale wijnen, die steeds meer aan populariteit winnen. Qua rood is de Montepulciano een belangrijke druif uit de buurt van de Monte Conero (bij Ancona). De wijnen hebben een karakteristieke smaak van zwarte kersen en pruimen. Uit de buurt van Morro d'Alba komt de Lacrima di Morro d'Alba, een rode DOC-wijn, terwijl men in Serrapetrona de Vernaccia di Serrapetrona, een rode mousserende DOCG-wijn maakt.
Toscane
Aan de andere kant van de Apennijnen ligt Toscane, dat
door zijn micro-klimaat en heuvellandschap ook prima geschikt is voor wijnbouw. Een groot deel van de regio bezit een bodem die bestaat uit leisteen (galestro) en niet-gelaagde kalksteen (alberese). De Etrusken legden er al in de 7de eeuw v. Chr. de basis voor de wijnbouw. Na de val van het Romeinse Rijk bloeide de wijnbouw er in de middeleeuwen weer op. Tegenwoordig is Toscane een van de grootste wijnproducerende regio's van Italië. De traditioneel gemaakte wijnen vind je vooal in het hart van Toscane, zoals Chianti, Montalcino, Montepulciano en Carmignano. De nieuwere wijnen (de zogenaamde Super Tuscans) worden in de Maremma (aan de kust) gemaakt van internationaal populaire druivenrassen als Cabernet Sauvignon, Merlot, Syrah, Chardonnay en Sauvignon Blanc. Rood is hier koning: 83% van de totale productie van ruim 2,6 hectoliter. Bijzonder voor de streek is de amberkleurige vin santo, een droge, half-zoete of zoete wijn, gemaakt van ingedroogde druiven.
Sicilië
Je zou 't misschien niet denken, maar Sicilië is een van de grootste wijnregio's van Italië, met een oppervlakte van 200.000 hectare aan wijngaarden, die zich op relatief grote hoogte met gematigde temperaturen bevinden. En de wijnen – er wordt ongeveer evenveel wit als rood gemaakt – behoren ook nog eens tot de internationale top. De wijnbouw kent hier een eeuwenoude traditie, begonnen onder de Feniciërs en de Grieken. Nadat de Romeinen Magna Graecia veroverden, maakten zij Sicilië tot de graanschuur van het land, waardoor de wijnbouw in een dip belandde. Ook de Arabische overheersers hadden weinig belangstelling voor de vinicultuur. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw bloeide de wijnbouw weer op, maar de productie bestond eerst vooral uit populaire bulkwijn. Eind jaren tachtig in de vorige eeuw voltrok zich een revolutie, waarbij internationale druivenrassen zorgden voor nieuwe wereldwijnen. Maar omdat de lokale 'tipicità' ontbrak, keerde men terug naar traditionele druivenrassen, zoals Nero d'Avola, Grillo, Inzolia, Frappato en Malvasia. Specifiek voor het eiland is de Marsala, een rode, met alcohol versterkte dessertwijn.
Piëmonte
Piëmonte ligt in het noordwesten, omringd door de Alpen. De wijnbouw vindt vooral plaats in de heuvels ten zuiden van de Po, in de provincies Asti, Alessandria en Cuneo. Zo'n 90% van de productie is kwaliteitswijn en daarvan neemt rode wijn zo'n 60% voor zijn rekening. De beste rode wijnen, zoals de Barolo, worden er gemaakt van de Nebbiolo druif. Andere typische druivensoorten zijn de Barbero en de Dolcetto. Witte wijn wordt gemaakt van de Cortese en de Arneis druiven. Ook worden hier heerlijke dessertwijnen en mousserende wijnen gemaakt, vooral in de buurt van Asti.
